I. H.
W.J. Thiersch, 1817—1885, hoogleeraar in de Theologie te Marburg, legde zijn ambt 1850 neer en werd predikant bij de Irvingianen le München, daarna te Augsburg en te Bazel, schreef vele werken, vooral op het gebied van de Nieuwtestamentische wetenschap met name om de Tübingscheschooltebestrijden.II. Karl Thiersch, 1822—1895, Duitsch geneeskundige, beroemd vooral door zijn werk op het gebied der huidtransplantatie, door zijn onderzoekingen over de besmettelijkheid bij cholera, en door de resultaten, die hij bereikte in het onderzoek van epitheliaal-kanker.