Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Terafim

betekenis & definitie

Hiervan is op verschillende plaatsen van het Oude Testament melding gemaakt. Allereerst in Gen. 31 : 19, waar zonder nadere omschrijving omtrent den aard van dat voorwerp verhaald wordt, dat Rachel „de terafim van haar vader” stal.

Ieder lezer wist dus wat dat was. Ons wordt het echter eerst uit vs 50 duidelijk, dat dit iets was, dat een belangrijke plaats innam in het leven zoowel van Laban als van Rachel.

Laban noemt het „mijn god” en Rachel vindt het niet alleen de moeite waard het te stelen, maar ook om er alles op te zetten om het te houden. Dat de terafim ook onder de „góden” was, wier verwijdering in Gen. 35:2,4 geëischt wordt, wordt wel niet met zooveel woorden gezegd, maar is wel waarschijnlijk.Voorts wordt het genoemd in 1 Sam. 10 :13,16. Daar vinden we het in Davids huis. Ook hier wordt niets naders gezegd omtrent het karakter van zulk een terafim. Ook deze schrijver wist dus, dat iedereen het kende, waarom hij nadere omschrijving onnoodig achtte. Hij zegt alleen: „en Michal nam de terafim en legde die op het bed en het geitenharen vliegennet legde ze op het hoofdeind daarvan en dekte het toe met een deken”. Dus: een terafim leek op een mensch. Uit deze laatste plaats heeft men afgeleid, dat het een beeld moet geweest zijn (zie Statenvertaling op 1 Sam. 19 : 13, 16), waarbij men dan deze plaats in overeenstemming trachtte te brengen met Gen. 31 : 19, door te onderstellen, dat het niet alleen een groot beeld kon zijn (zooals in Davids geval), maar ook een klein (zooals in Rachels geval).

Dat het een cultus-voorwerp moet geweest zijn, blijkt uit Richt. 17 v., waar van den Efraïmiet Micha wordt verhaald, dat hij in zijn „godshuis” naast beelden en efod ook een terafim had, dat door de Danieten geroofd en naar Dan-Laïs overgebracht werd. Uit het feit, dat Micha zich haastte om naast de beelden ook een terafim te laten maken, volgt wel, dat zulk een terafim zeer gezocht was.

Uit Ezech. 21 : 21 blijkt, dat de terafim gebruikt werd tot onthulling van de toekomst. Vandaar dat de terafim in 2 Kon. 23 : 24 en Zach. 10 : 2 in nauw verband wordt gesteld met waarzeggerij, wat ook de bedoeling schijnt van 1 Sam. 15 : 23. En Hoz. 3 : 4 leert ons, hoe algemeen de terafim in Noord-Israël gebruikt werd.

Wat is nu een terafim? Het woord zelf zegt ons niets. Men heeft de terafim gehouden voor een huisgod als de penaten der Romeinen. Anderen willen gedacht hebben aan beelden van voorouders, doordat het raadplegen van een terafim zou geweest zijn het ondervragen van den geest van een afgestorvene. Het eene lijkt mij al even onwaarschijnlijk als het andere. Ik denk bij terafim gewoonlijk aan een afgodenmasker, afbeelding van het gelaat van een bepaalden god in den vorm van een masker, dat dan gedragen werd, als men een poging wilde doen om de toekomst te onthullen.

< >