Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Stal

betekenis & definitie

In eigenlijken zin: eene ingeslotene, omtuinde plaats ter bewaring van allerlei vee, 2 Kron. 32 : 28. In overdrachtelijken zin wordt het woord gebruikt in Joh. 10 : 1, 16.

Jezus ontleent Zijn beeld aan de Oostersche schaapskooi; deze was niet een overdekt gebouw, maar een ruimte in de open lucht, door een wal omgeven, en met slechts één toegang om bij de schapen te komen. Bij “deze stal”, Joh. 1 : 16, moet gedacht aan Israël, het volk des Verbonds; Jezus heeft ook “andere schapen”, n.l. onder de heidenvolken.

< >