Onthullen
(onthulde, heeft onthuld), 1. van het hulsel ontdoen; (bij uitbr.) de plechtige handeling verrichten waarbij een gedenkteken ingewijd wordt: het gedenkteken van Leidens ontzet werd onthuld op 3 October 1884. 2. ontsluieren, aan het licht doen komen: de waarheid, een geheim onthullen.