Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Tantalus

betekenis & definitie

Zoon van Zeus of van Tmolus bij de nymph Pluto, de vader van Pelops, Broteas en Niobe. Als koning van Lybië en Phrygië was Tantalus in bezit van grooten rijkdom en genoot de bijzondere gunst der góden, die hem tot hun gastmalen toelieten.

Door overvloed van geluk bedwelmd, zondigde hij tegen Zeus en verried de geheime beraadslagingen der góden of wel hij stelde hun alwetendheid op de proef door dat hij hun het vleesch van zijn eigen zoon Pelops voorzette. Andere verhalen zeggen, dat hij nectar van de tafel der góden stal.

In de Odyssea staat de misdadiger tot straf in de onderwereld, door eeuwigen honger en dorst gekweld, midden in een plas water, die aan zijn lippen ontsnapt of onder boomen, wier heerlijke vruchten zijn handgreep bedriegen. Volgens Pindarus wordt hij door een in de lucht boven zijn hoofd hangend rotsgevaarte ieder oogenblik met den dood bedreigd.

Het vergrijp van Tantalus kleefde als een bloedsmet op al zijn nakomelingen de Pelopiden. Aan dit mythologisch verhaal is de uitdrukking een Tantalus-kwelling ontleend.

< >