Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Tachtigjarige oorlog

betekenis & definitie

1568—1648. Met stijgend ongenoegen had ons volk de vervolging der Protestanten verdragen en het aangezien, dat rustige burgers zwaarder werden gestraft om hun geloof dan de grootste boosdoeners om hun wandaden (de vuurdood was alleen voor z.g. ketters bestemd).

Het volksgeweten reageerde daartegen eerst door het bevrijden van Protestanten en het verstoren van executies, ten slotte door den beeldenstorm. Filips II zond om dezen te wreken den hertog van Alva naar de Nederlanden.

Toen deze de privilegiën nog meer dan te voren geschied was, schond, groeide het verzet, dat, geleid door Prins Willem van Oranje, eerst tegen Alva en zijn wederrechtelijke handelingen, later tegen den Spaanschen koning zelf gevoerd werd, toen deze bleek het voor zijn veldheeren op te nemen. De oorlog begon met de overwinning van Lodewijk van Nassau bij Heiligerlee (1568), spoedig gevolgd door zijn nederlaag bij Jemmingen.

Een paar jaar rustte de strijd; Alva meende de tijd gekomen voor zijn beruchte financieele maatregelen, die Roomsch en Onroomsch beiden in het harnas joegen.1 April 1572 werd Den Briel door de Watergeuzen genomen; een paar weken later bleek de waarde van Spaansche trouw in Rotterdam, waarna verschillende steden weigerden Spaansch krijgsvolk in te nemen. Om ze te straffen begon Alva zijn wraaktocht, die Mechelen, Zutfen en Naarden met uitmoording trof, maar bij Haarlem gestuit werd. Het werd wel veroverd, maar eerst na een beleg van zeven maanden, dat Alva op het verlies van zijn leger te staan kwam. („Haarlem is het graf voor de Spanjaarden.”) Zijn kracht was gebroken, bij Alkmaar begon de victorie, voortgezet in de overwinning op de Zuiderzee. Alva vertrok, opgevolgd door Requesens (1573). Diens eerste succes (Mookerheide) werd niet gevolgd door een tweede: Leiden werd ontzet (3 October 1574), de verovering van Zierikzee werd het Spaansche bewind zelve noodlottig: de troepen, slecht of niet betaald, gingen muiten; de Antwerpsche furie dreef de gewesten bijeen: de Pacificatie van Gent. Aan Requesens’ (✝ 1576) opvolger, Don Juan, niet opgewassen tegen Oranje’s Staatkunde, gelukte het niet, een voordeel te behalen, wel aan diens opvolger Parma. Hem gelukte het een wig te drijven tusschen Noord en Zuid, den opstand steeds meer naar het Noorden terug te dringen, de Roomsche gewesten, vereenigd in de Unie van Atrecht, te versterken. De Noordelijke gewesten, bij de Unie van Utrecht (1579) aangesloten, kwamen steeds meer in het gedrang: na de vermoording van Oranje (1584) en den val van Antwerpen (1585) leek de toestand hopeloos: alleen Holland,Zeeland, Utrecht en Friesland hielden stand. De Engelsche hulp onder Leicester vermeerderde de verwarring. Van zeer groote beteekenis was nu het optreden van den Staatsman Oldenbarneveld en de jeugdige veldheeren Prins Maurits en Willem Lodewijk. De vernieling der Armada („Gods adem heeft ze verstrooid”) in 1588 vermeerderde Spanjes geldgebrek; Parma kreeg bevel zich in den Franschen godsdienstoorlog te mengen, waardoor Prins Maurits de gelegenheid kreeg om met zijn gereorganiseerde troepen het eene voordeel na het andere te behalen. Na tien jaren, 1598, was het grondgebied van de Unie verdubbeld, het Noorden nagenoeg bevrijd. De slag bij Nieuwpoort (1600) stond als schitterend wapenfeit toch te veel op zich zelf: de wederontwaakte en krachtig opbloeiende handel moest op zee zelf worden beveiligd. Toen in 1609 het twaalfjarig Bestand werd gesloten, bleek de toeleg van Spanje verijdeld, de vrijheid der Nederlanden bevestigd, het Protestantsche geloof verzekerd, de eerste stormloop der Contra-Reformatie afgeslagen. Het tweede deel van den oorlog (1621— 1648) heeft dit succes bevestigd en uitgebreid: onder de geniale leiding van Frederik Hendrik, in 1625 zijn beroemden broeder Maurits opgevolgd, werd de tuin der Nederlanden afgesloten: de Republiek der Vereenigde Nederlanden had een positie verworven in Europa, die ze tientallen jaren behield en haar tot bolwerk en toevluchtsoord voor het Europeesche Calvinisme maakte.

< >