is de leer van de plaatsvervanging. Wij kennen het woord substituut in twee verbindingen.
Een substituut-griffier is de ambtenaar om den griffier bij ontstentenis of afwezigheid te vervangen, en een substituutofficier is de ambtenaar van het openbaar ministerie, die in geval van afwezigheid van den officier dezen vervangt en den dienst waarneemt. In de Gereformeerde Dogmatiek neemt de leer der substitutie een groote en gewichtige plaats in bij den borgtocht van Christus, die onze Plaatsbekleeder is.De substitutie van Christus is hierin gelegen dat Hij voor ons en in onze plaats de straf Gods voor de zonde gedragen heeft, van zijnentwege vrijwillig (Matth. 20 : 28; Efeze 5:2; 1 Tim. 2 : 6) en van God daartoe gesteld (Jes. 53 : 6; 2 Cor. 5 : 21). Deze substitutie of plaatsvervanging is afgebeeld in den ceremonieelen offerdienst bij Israël (zie b.v. Lev. 16 : 20—22) en wordt in Christus’ borgtocht vervuld (Joh. 1 :29). Wat deze substitutie inhoudt wordt met even zoo vele woorden duidelijk geleerd in Filem. : 18, 19 waar Paulus vraagt dat de schuld hem zal worden toegerekend, en belooft de schuld van een ander te zullen betalen. Zoo heeft Christus als Borg (Hebr. 7 : 22) zijn ziel gesteld tot een schuldoffer voor zijn volk (Ps. 40 : 7—9; Jes. 53 : 10). Deze stubstitutie of plaatsvervanging van Christus voor zijn volk, is door God aanvaard (Jes. 53 : 6; 2 Cor. 5 : 21; Gal. 3 : 13).
Voorts kan voor deze leer verwezen worden naar plaatsen als Matth. 20 : 28 en 1 Tim. 2:6 waar van het rantsoen gesproken wordt, en naar Joh. 10 : 15, 17, 18 waar Jezus zegt zijn leven te stellen voor de schapen, en naar Joh. 11:50, Rom. 5 : 8, 1 Cor. 15 : 3, 1 Petr. 3 : 18, waar geschreven wordt dat Christus geleden heeft voor ons, en dat „voor ons” houdt tweeërlei in, niet alleen ons ten goede, maar óók in onze plaats. Dit laatste is de substitutie.
Eindelijk dient gelet op uitspraken als Rom. 4 : 25, Gal. 1 : 4, Ef. 5 : 2, Hebr. 10:12, 1 Petr. 2 : 24 waar geleerd wordt niet alleen dat Christus plaatsvervangend of substitueerend is opgetreden, maar als zoodanig ook zijn borgtochtelijk werk heeft volbracht.