Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Suezkanaal

betekenis & definitie

De landengte van Suez is het oude doorgangsland tusschen Egypte en Syrië, de scheiding tusschen de Middellandsche Zee en de Roode Zee. In de oudheid zijn er al pogingen aangewend om een verbinding tot stand te brengen tusschen de Oude Wereldzee en de Schelfzee.

Men wilde daarbij de route volgen langs den Nijl en vandaar naar Suez. Reeds Sethos I en Ramses II hebben zulk een kanaal doen graven.

Maar deze waterweg verzandde. In de vijfde eeuw voor Christus is het kanaal nogmaals in gereedheid gebracht en heeft daarna tot aan het begin van onze jaartelling dienst gedaan.

Weer later heeft Amr, veldheer van Kalief Omar, het kanaal doen uitgraven, maar in 767 werd het om militaire redenen gedempt. Napoleon heeft het plan gekoesterd een waterweg te doen graven van de Middellandsche Zee naar de Golf van Suez; te dien einde heeft hij de landengte laten waterpassen.

De ingenieur beging daarbij fouten en kwam tot de verkeerde uitkomst, dat de waterspiegel van de Roode Zee bijna 10 M. hooger lag, dan die der Middellandsche Zee. Hierdoor werden ook later allerlei plannen tegengehouden.

Evenwel toonden de Engelschen de fout aan en bewezen, dat de zeeën hetzelfde peil hebben. Een Oostenrijksche ingenieur, Negrelli, werkte voor de doorgraving een volledig plan uit.

Na diens dood kocht Ferdinand de Lesseps de nagelaten papieren en had nu als levensdoel het plan ten uitvoer te brengen.Daartoe verkreeg de Lesseps van den Egyptischen onderkoning Mohammed Said Pacha verlof tot het oprichten van de Suez-Maatschappij (Compagnie universelle du Canal Maritime du Suez). Evenwel verzette Engeland er zich tegen. 1°. Om het nadeel voor Zuid-Afrika (met name Kaapstad) dat nu geheel buiten ’t verkeer kwam te liggen. 2°. Omdat Europeesche vijanden daardoor gemakkelijker en sneller Britsch-Indië konden bereiken. 3°. Wijl het vreesde, dat andere zeevarende naties dan gemakkelijker tegen den Engelschen handel zouden kunnen concurreeren. Toen echter het Suezkanaal een succes bleek, kocht Engeland later, in 1875, gebruik makende van de geldverlegenheid van den Khedive, 177000 van de 400000 aandeelen en werd daardoor de grootste aandeelhouder.

En sinds dien tijd staat een groot deel van de Engelsche politiek in het teeken van het Suezkanaal. Immers het is voor Groot-Brittannië van vitaal belang. De twee voornaamste gebieden van het Britsche wereldrijk zijn: het Moederland en het Keizerrijk Indië. Men heeft het wel vergeleken met een wesp, waarvan de kop Engeland, het achterlijf Voor-Indië is en de hals daartusschen is dan de verbindingsweg door de Middellandsche Zee en het Suezkanaal. Daarom heeft Engeland zoo’n groote Middellandsche Zee-vloot. Vandaar ook de politiek tegen Rusland, waarbij de Straat van Constantinopel gesloten werd voor oorlogsschepen.

Daartegenover was in den Wereldoorlog een aanval tegen het Suezkanaal beraamd door Duitschers en Turken, want in het Suezkanaal is de ruggegraat van het Britsche Wereldrijk. Ook de staatkunde van Engeland tegenover Palestina, Arabië en vooral Egypte, wordt beheerscht door het belang van dit kanaal.

Het Suezkanaal heeft een lengte van 160 K.M. {van Port Said tot Port Thewfik, de voorhaven van Suez). De bodemwijdte bedraagt 33 M. (wordt gebracht op 45 M.), de diepte 9.6 M. (wordt 12 M.). Vroeger werden kruisvakken gebruikt d. w. z. op bepaalde plaatsen waren verbreedingen aangebracht, waarin het eene schip moest meeren, om het andere te laten passeeren, aangezien de vaargeul op de meeste plaatsen in het kanaal daarvoor niet breed genoeg was. Thans is dit niet meer noodig. Elk schip, boven de 300 ton, moet een loods aan boord hebben. Teneinde den kanaalloods te kennen te geven, of hij met het schip kan doorvaren of moet vastmaken, zijn verschillende stations gebouwd, die door middel van seinen met ballen, kegels of cylinders, den toestand op het oogenblik duidelijk maken. Langs het kanaal loopt een spoorweg; evenwijdig daarmee een zoetwaterkanaal, dat voor de watervoorziening zorg draagt.

De tollen zijn zeer hoog; voor de grootste booten bedragen die 20 tot 400000 gulden, berekend naar den tonneninhoud en het aantal passagiers.

Onder het verkeer neemt de Engelsche vlag de eerste plaats in; VOOR den oorlog was zelfs 62% Britsch (daarop volgden Duitschland, Nederland, Oostenrijk-Hongarije, Frankrijk). Thans wordt nog de eerste plaats ingenomen door Engeland, maar daarna volgt Nederland (in 1925 ruim 10% van de tonnenmaat). De oorzaken, dat de scheepvaart der Nederlanders in het Suezkanaal toeneemt, zijn :

1° de groeiende aanvoer van koloniale producten uit Nederlandsch-Indië naar Europa;
2° de uitbreiding van onze handelsvloot.

In 1926 bedroeg de tonnenmaat, die door het Suezkanaal passeerde 26.060.000 ton. Ter vergelijking diene, dat in hetzelfde jaar door het Panamakanaal gingen 26.836.000 ton.

De vaart door het Suezkanaal wekt bij den Bijbellezer vele herinneringen. Voorbij Port Said ziet hij het Menzalehmeer, waar in de oudheid Zoan lag (Ps. 78 : 12 en 43). In El Kantara, waar de spoorlijn naar Gaza aanvangt, is de plaats te zoeken van het oude Tachpanhes (Jer. 44 : 1). Nabij Suez verheft zich het gebergte, dat waarschijnlijk Baal Zefon is (Ex. 14 : 2) bekend bij den uittocht.

< >