Een woord dat alleen maar voorkomt in Ex. 26 en 36 bij den bouw van den tabernakel. Onze vertaling heeft daar: hemelsblauwe striklisjes (Ex. 26 : 4, 5, 10, 11), vijftig striklisjes (die in vijftig koperen haakjes werden gehangen; 36 : 11,12,17).
De Leidsche vertaling heeft: violetkleurige lissen. Dr H.
F. Kohlbrügge heeft geschreven: De Tabernakel en zijne gereedschappen.
Dr J. van Lonkhuyzen, een der biografen van Kohlbrügge, zegt van dit werk o.a.: „Men kan Dr Kohlbrügge in de uitlegging der typen en symbolen een meester noemen. Zijn helder inzicht daarin verleidt hem menigmaal verder te gaan, dan nuchtere zin veroorlooft.
Dr Kohlbrügge gaat uit van de waarheid, dat het middelpunt van het Oude Testament de Christus ook het middelpunt is van den dienst Gods onder Israël geconcentreerd in den tabernakel. Dit beginsel past hij toe tot op de kleinste onderdeden.
In alles ziet hij min of meer, maar altijd iets, van den Christus. De vijftig striklisjes: „beteekenen de verzuchtingen en de gebeden des Heeren,” „om te grijpen en vast te houden, dat alle geboden Gods zullen gehouden zijn”. „Vijftig is hun getal, naar het getal der bedeeling des Heiligen Geestes, als Hij komt met den troost, dat alles volbracht is.
Dit getal is zevenmaal zeven, vermeerderd met de één der eere des Naams Gods.
De gouden haakjes zijn het geloof waardoor het een aan het ander wordt gehecht, waarmee Christus zijn gebeden en smeekingen aan de beloften des Vaders heeft gehecht, en alle geboden saamgehouden”.
De bekende Henry zoekt ook in deze striklisjes en haakjes een symbolische beteekenis: „dat koperen haakskens moesten gebruikt worden, zulks kan ons toonen, dat, hoewel er ter bedekking en bescherming der kerk, en om ze tot één lichaam in Christus te vergaderen, en ze bij hare eenheid te bewaren, een goddelijke kracht en werking vereischt wordt, de Heere nogthans ter beschikking van dat zijn onveranderlijk voornemen, ook geringe middelen en werktuigen wil gebruiken, nl. den dienst van menschen”, enz. Ons lijkt deze wijze van exegetiseeren een gevaarlijke! Men zal van de Schrift niet afdoen, doch evenmin aan haar toedoen !
