is afgeleid van een Grieksch woord dat o.m. ook beteekent wegen; zoo wijst dan de naam van dit kleine geldstukje weer heen naar den tijd waarin nog geen geslagen geldstukken werden gebruikt, doch de geldswaarden werden afgewogen. De zilveren stater van Matth. 17:27 had de waarde van vier attische drachmen, gelijk twee alexandrijnsche drachmen; de waarde van het schild bij de Joden.
In de LXX wordt didrachmen vaak voor sikkel vertaald. Een stater was vier drachmen, derhalve juist genoeg om voor den Heiland en Petrus te betalen.
Zij had een waarde van 1.875.
