Een gedicht van Jacopone de Todi (Jacoponus a Tuderto). Het behoorde tot de beroemde sequenzen. (Zie art.
Jacopone de Todi.) Het luidde aldus:Stabat mater dolorosa Iuxta crucem lacrymosa Dum pendebat filius.
Cuius animam gementem Contristatam et dolentem Pertransivit gladius.
Het was oorspronkelijk een lied, dat in zijn orde gezongen werd op het feest van de zeven weeën van Maria. Het is vooral door de flagellanten in de Middeleeuwen zeer verbreid. Het munt uit door diepe religieusiteit en bewonderenswaardige welluidendheid. In vele talen is het overgezet (in het Duitsch 83 maal) en dikwerf gecomponeerd, het schoonst door Palestrina, Astorga, Pergolese, verder door Haydn, Winter, Rossini.