Het smidsbedrijf is een der oudste handwerken waarvan de Bijbel spreekt. Reeds Tübal-Kaïn was een leermeester van allen werker in koper en ijzer (Gen. 4 : 22).
De opkomst en de ontwikkeling van de bouwkunst, den landbouw, de veeteelt, de jacht en den oorlog deden de behoefte aan werktuigen en wapenen ontstaan. Deze behoefte maakte de afzonderlijke bedrijven van smeden, timmerlieden, metselaars, wagenmakers enz. noodzakelijk.
De grondstoffen werden van elders betrokken: goud en zilver uit Nubië en Ofir; koper uit Egypte en van het Sinaïtisch schiereiland; ijzer uit Syrië en Tyrus. Door de goud- en zilversmeden (Richt. 5: 26; Jes. 40:19; 41:7; Jer. 10 : 14) werden er gouden voorhoofdsiersels en armringen (Gen. 24 : 22); gouden en zilveren kleinooden (Gen. 24:53); heerenschalen (Richt. 5 : 25); gouden drinkvaten (1 Kon. 10:21; Esther 1 : 7) enz. van vervaardigd.
Uit die beginselen is de kopersmid, de ijzersmid, de wapensmid, de goudsmid, de zilversmid en ook de latere hoef- en kachelsmid voortgekomen. Zie art.
Handwerk, dl 11 blzz. 463—465.