In Jerem. 25 : 26 lezen we: „En de koning van Sezach zal na hen drinken”. Prof.
Aalders zegt hiervan (Jeremia, II, blz. 19, noot): „Deze woorden ontbreken in de Septuaginta en in de oudste Latijnsche vertaling. Zij sluiten zich ook in het geheel niet aan bij den gang van de rede.
Jeremia deelt in vs 17—26 mede hoe hij den beker der grimmigheid te drinken heeft gegeven aan een aantal volken, die hij opsomt; en bij deze opsomming past een mededeeling als „de koning van Sezak zal na hen drinken” zich niet aan. Daarom is het vermoeden gewettigd, dat we hier te doen hebben met een kantteekening van een lezer, die er op wijzen wilde, dat ook Babel eens zou vallen, gelijk door den profeet 25 : 12—14 en vooral in hoofdstuk 50 en 51 is voorzegd.
Want dat met Sezak Babel is bedoeld, wordt bewezen door Jerem. 51 : 41, waar deze zelfde naam voorkomt, maar ook weer in de Septuaginta ontbreekt. Vrij algemeen neemt men aan dat Sezak dan een omzetting is van Babel, volgens een geheim alfabet, zooals er bij de latere Joden verschillende in gebruik waren; in dit geval zou dan de eerste letter van het alfabet vervangen zijn door de laatste, de tweede door de vóórlaatste enz.”
