Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Schouwburg

betekenis & definitie

Schouwburg en tooneel (zie het art.) stammen uit Griekenland. In den eersten tijd was de schouwburg nog bestemd voor gemengd gebruik.

De Dionysus-cultus vond er het eerst zijn plaats. Uit de koorzangen, die Dionysus’ lijden, strijden en overwinnen bezongen, kwamen de tragedies voort.

Het theatron, van theasthai, beschouwen, zien, was de ruimte voor de toeschouwers; de orchestra, eigenlijk: dansplaats, van orcheisthai, dansen, een cirkelvormige ruimte, bood oorspronkelijk gelegenheid om te vertoonen het opgevoerde stuk, als de plaats waar men begonnen was de godsdienstige plechtigheden te doen geschieden; in het midden stond dan ook een altaar. Later werd deze orchestra, tusschen toeschouwers en tooneel, de plaats voor de muziek.

De scene, eigenlijk: tent, hut, was oorspronkelijk een gebouwtje naast de orchestra, waaruit de spelers tot de orchestra toegang erlangden; maar werd daarna tot wat wij nu „het tooneel” noemen. De oude schouwburgen waren open; gaarne ontwierp men het theatron, zoo mogelijk (anders moest men voor kunstmatige verhoogingen zorgen) tegen de helling van een berg, om het overzicht te vergemakkelijken.

Het kon vele duizenden personen bevatten.Te Rome ontmoeten we later vaste schouwburgen. Ook zij bestonden uit drie deelen.

De Middeleeuwen kenden alleen vertooningen, eerst in kerken, daarna op openbare pleinen, voor welke men dan tijdelijk lichte getimmerten in elkaar zette. Vooral de mysterie-spelen zijn in dezen tijd geliefd.

Ten onzent ontving Amsterdam in 1637 zijn eersten schouwburg onder architectuur van Jacob van Campen ; met Vondels Gijsbrecht van Amstel werd hij ingewijd.

De moderne schouwburgen zijn niet berekend op een zoo groot aantal toeschouwers als de oude Grieksche, maar rekenen wel met’t standsverschil onder hen; men onderscheidt de aangebrachte zitplaatsen met vele verschillende namen; de beste plaatsen moesten natuurlijk het duurst worden betaald. De hoefijzervorm is, vooral om goede acoustiek, het meest gewild.

Allerlei pogingen heeft men aangewend om op het tooneel, zoodra de gang van het stuk het vereischte, terstond weer een nieuw intérieur te doen verschijnen.

De ervaring is ook in onzen tijd opgedaan dat classieke stukken, ais bijv. van Shakespaere (zie het art.) steeds minder de aandacht trekken en dus de dure exploitatie zonder meer niet rendabel maken. Stevige subsidies moeten dan deze exploitatie mogelijk maken. En voorts dalen de diverse directies al meer af tot de keuze van zinnenprikkelende stukken met sensationeele titels. Maatstaf wordt de uitgesproken voorkeur van het publiek.

Mede daarom, en in ’t algemeen omdat de schouwburg in onzen tijd een terrein is waarop de wereld voor zich beslag legt, houdt hij die liever vraagt: wat moet ik mij ontzeggen om niet meegesleurd te worden door den stroom van dezen onheiligen tijd ? dan: hoeveel kan het lijden ? zich van schouwburgbezoek verre. De tooneelkunst (zie het art.) is immers ook om meer dan één reden voor christianiseering niet vatbaar.

< >