is een richting in de geschiedenis der filosofie, die in de achttiende eeuw een tijdlang in Schotland geheerscht heeft en ook buiten dezen engen kring bekend geworden is. De stichter en leidsman van de Schotsche School is Thomas Reid, die geboren is in 1710, van 1764—1780 aan de universiteit van Glasgow het ambt van hoogleeraar heeft bekleed en 1796 gestorven is.
Zijn hoofdwerk, waaruit we zijn wijsgeerige opvatting leeren kennen is Inquiry into the human mind on the principles of common sense, 1764. Voorts liet hij nog verschijnen Essays on the intellectual powers of man, 1785, en Essays on the active powers of man, 1788.Reid was een kenner van de filosofie, die te zijner tijd in Engeland bloeide. Aan den eenen kant was er de filosofie van Berkeley, die heel de wereld maakte tot een product van den geest, zoodat hij de materieele wereld loochende. Met een dergelijke idealistische voorstelling kon Reid niet meegaan. Maar evenzeer keerde hij zich af van het standpunt van Hume, die de geldigheid der causaliteitswet niet kon handhaven, en wiens strenge empirisme moest leiden tot scepticisme.
Daarom wil Reid uitgaan van de principia, die in het gezonde menschenverstand, the common sense, gegeven zijn. Zulke principia waren voor de ethiek vastgesteld door Hutcheson in zijn leer van het zedelijk gevoel; zulke principia golden eveneens in de aesthetica door de leer van den aesthetischen smaak. Dergelijke principi neemt Reid aan voor het kennen. Het is niet waar, gelijk Locke had gemeend, dat de menschelijke ziel bij de geboorte een onbeschreven stuk papier is, waarop de buitenwereld de letters plaatst, die we door associatie tot kennis verbinden. In sommige, vooral in de gecompliceerde gevallen, moge dit zoo zijn, er bestaan tal van oordeelen, die in de ziel des menschen oorspronkelijk aanwezig zijn. Door innerlijke ervaring, door intuitie komen wij tot de kennis er van. Naar deze oorspronkelijk gegeven principia, welke aanwezig zijn in the common sense van iederen mensch, kunnen wij beoordeelen of een stelling waar of valsch is, zooals wij naar het zedelijk gevoel beoordeelen of iets goed of kwaad, en naar het aesthetisch gevoel of iets schoon of niet schoon is.
Reid zoekt nu deze gegevens der innerlijke ervaring op, die ten grondslag liggen aan alle kennende werkzaamheid des menschen. Langs inductieven weg komt hij tot twaalf principia, die als maatstaven ter beoordeeling van hetgeen waar en valsch is, in het menschelijk kenvermogen aanwezig zijn.
Tot deze principles of common sense behooren b.v.: het feit dat wij denken sluit in zich de zekerheid van het bestaan van een denkend subject; elke gewaarwording wijst heen naar een object, dat gewaar wordt, hetwelk niet de oorzaak, maar het teeken en de aanleiding tot de gewaarwording is. Voorts de logische en metafysische principia o.a. het beginsel der causaliteit, n.l. dat elke werking een oorzaak hebben moet, enz.
Deze meeningen van Reid zijn, eenigszins gewijzigd, later gepropageerd door W. Hamilton en hebben in Duitschland ingang gevonden bij Jacobi. Tot de volgelingen van Reid in Schotland behooren D. Stewart, + 1828, Th. Brown, f 1820, en James Mac Cosh, f 1894. (Zie Dr S. Volbeda, De intuïtieve philosophie van James Mac Cosh, 1914.) [ 14.