is de naam, waarmede onze Statenvertaling de waarschijnlijk Kanaanietische knapen noemt, met wie ontucht gepleegd werd, gelijk dat in het oude Oosten vooral bij afgodstempels dikwijls geschiedde. Hoewel de Heere Israël uitdrukkelijk tegen deze zware zonde gewaarschuwd had (Deut. 23 : 17), kwam ze later toch voor (1 Kon. 14 : 24), ze verdween weer onder de vrome koningen (1 Kon. 15:12; 22 :47; 2 Kon. 23 : 7).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk