(Sans = zonder; culotte = broek.) Scheldwoord waarmede men omstreeks 1792 de democraten en inzonderheid de soldaten der republiek in Parijs aanduidde, vanwege hun uiterst summiere kleedij. Evenals het scheldwoord geuzen bij ons, werd sansculotte een eerenaam.
Camille Desmoulins en anderen spraken zonder een zweem van spotternij van den Sansculotte Jezus. In de republikeinsche kalender, welke twaalf maanden van dertig dagen gaf, noemde men de vijf resteerende dagen van het jaar Sansculottides.
Deze waren aan volksspelen gewijd.