Fransch wijsgeer (1647— 1706), zoon van een Gereformeerd predikant, studeerde te Toulouse, bij de Jezuieten, filosofie, werd Roomsch, maar keerde na korten tijd tot de Gereformeerde kerk terug. Na in Genève de filosofie van Cartesius te hebben bestudeerd, werd hij in 1675 hoogleeraar in de wijsbegeerte te Sedan, vanwaar hij in 1681 naar Rotterdam verhuisde.
Naar aanleiding van de verschijning eener komeet schreef hij zijn Lettres sur les comètes, waarin hij niet alleen alle bijgeloof, maar ook het wondergeloof in ’t algemeen bestreed. Verder verschenen van zijn hand de Critique générale de l’histoire du Calvinisme, een werk dat in Frankrijk in ’t openbaar moest worden verbrand; een Commentaire philosophique sur les paroles de Jésus Christ, waarin hij krachtig de godsdienstige verdraagzaamheid verdedigde; en zijn Dictionnaire historiqae et critique, een werk, waarmee hij grooten invloed uitoefende, o.a. op Hume en Leibniz.
Bayle was een scepticus. Hoewel hij Spinoza’s pantheïsme en determinisme krachtig bestreed, stond hij toch aan de zijde van het ongeloof, dat volgens hem beter dan bijgeloof was.