Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Ovambo

betekenis & definitie

Naar den stam van het woord (Ambo) heet het land: Ambo-land; worden de bewoners genoemd: Omuambo (enkelvoud) en Ovambo (meervoud); derhalve de naam voor de Bantoe-Negers, die wonen in het Noorden van Herero-land, in Zuid-West-Afrika. Oorspronkelijk een bevolking van landbouwers, doch velen gingen en gaan naar het Zuiden, om te werken in de mijnen èn op de diamantvelden van Lüderichtsbucht.

De groote figuur der Herero-zending, Dr. Hugo Hahn, deed in dit gebied een paar malen verkenningstochten, en wist te bewerken, dat de Ftnsche zending den arbeid onder de Ovambo opnam (1870); die heeft onder de Ndonga veel zegen genoten: het kleine stamgebied werd geheel bezet en gekerstend. Het Nieuwe Testament is in het Ndonga vertaald, de Zondagsheiliging is geboden, een Christelijk weekblad wordt uitgegeven, en de Medische zending doet voortreffelijk werk; eerst sinds het begin onzer eeuw is onder de naburige stammen voet aan wal gekregen.

De Rijnsche zending zelf kon eerst in 1890 onder de Ovambo beginnen: de zendelingen Meisenholl en Wulfhorst vingen in het afgelegen, ongezonde en vaak geteisterde gebied der Ovakuanjama den zwaren pioniersarbeid aan; de welwillende houding van het opperhoofd Uejulu en diens opvolger Nande was mee oorzaak, dat vier posten konden gesticht worden. Enkele honderden Christenen werden gewonnen, wier geloof en wandel goede verwachtingen wekten, doch de ook in Zuid-West-Afrika ontbrandende wereldkrijg deed aan de zendingsgemeenten in Ambo-land veel schade.

De verdreven Duitsche zendelingen vonden evenwel in Lüderichtsbucht een nieuw en een gezegend arbeidsveld: binnen drie jaar werden 1500 Ovambo voor Christus gewonnen. De twee Duitsche zendelingen kunnen het hier al meer opgroeiende zendingswerk thans nauwelijks meer aan.

< >