Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Oogendienst

betekenis & definitie

Een slechts in Ef. 6 : 6 en Col. 3 : 22 voorkomende uitdrukking, een onderdeel van Paulus’ bevel aan de dienstknechten gegeven, dat zij n.l. „niet naar oogendienst, als menschenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den wil van God van harte, dienende met goedwilligheid den Heere, en niet de menschen”, hunnen heeren naar het vleesch gehoorzaam zullen zijn. De zegswijze spreekt voor zichzelve, vgl. ons: iemand naar de oogen zien.

Christen-dienstknechten moeten niet uit de oogen hunner heeren (die hun vriendelijk kunnen aanblikken indien zij wel, of integendeel van toorn kunnen fonkelen indien zij niet naar den zin hunner heeren doen) aflezen welke hunne gedragingen moeten zijn, om zich naar den wil hunner heeren in alles zonder critiek te schikken, maar uit het Woord en den geopenbaarden wil van God.

< >