Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Omri

betekenis & definitie

I. Een kleinzoon van Benjamin (1 Kron. 7:8).

II. Een man uit Juda, uit het geslacht van Perez (1 Kron. 9:4).

III. Een overste over Issaschar, uit Davids tijd (1 Kron. 27 : 18).

IV. Een legeroverste van Israël, die, na de vermoording van den koning Ela door Zimri, door het volk tot koning werd uitgeroepen (1 Kon. 16:16). Na een harden strijd tegen een tweeden kroonpretendent, Tibni, die door een ander deel van het volk verheven was, gelukte het hem de alleenheerschappij te bemachtigen en zijn mededinger schoot er het leven bij in. Hij stichtte de stad Samaria, die sedert hem bestendig de residentie der koningen van het tienstammenrijk bleef. Zijn zoon was Achab, door wien zijne dynastie eene zoo droevige beruchtheid verkreeg, dat er sprake is van de „inzettingen van Omri” (Midi. 6 : 16).

< >