Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Obstructie-politiek

betekenis & definitie

Met dezen naam bestempelt men het optreden van een minderheid in een wetgevende vergadering, die door allerlei middelen de behandeling of de afdoening van zaken tracht te beletten. Tot die middelen behoort o.a. het opzettelijk verlaten der vergaderzaal, opdat het voor beraadslagingen of stemmingen vereischte aantal leden niet aanwezig zal zijn.

Dan het voorstellen van allerlei moties etc. naar het voorbeeld der Iersche leden in het Britsche Lagerhuis (1880). Verder het houden van schier eindelooze redevoeringen, zooals de heer Lecher in de Oostenrijksche Tweede Kamer deed, die 28 October 1897 ’s avonds 9 uur het woord verkreeg en zonder tusschenpoos tot den volgenden ochtend 9 uur aan het woord bleef.In onze Tweede Kamer deed op 16 Maart 1911 de obstructie-politiek voor ’t eerst haar intrede. Om de rechterzijde af te straffen, die bij meerderheid van stemmen het voorstel tot heropening van een reeds gesloten beraadslaging verworpen had, vroeg de Sociaal-Democraat Schaper op 16 Maart artikelsgewijze stemming aan over alle aan de orde komende ontwerpen. 17 Maart werd dit onwaardig spel voortgezet, totdat de wraakoefening 20 maal was toegepast.

Het obstructie-middel is reeds ruim 1900 jaar oud. In den Romeinschen Senaat toch sprak tijdens het consulaat van Cesar Marcus Cato gedurende een geheele zitting om de behandeling van zeker voorstel onmogelijk te maken. Daarop werd hij op bevel van Cesar naar de gevangenis gebracht.

Het woord obstructie is afkomstig van het Latijnsche obstructio= versperring, verhindering, verstopping.

< >