Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Noormannen

betekenis & definitie

De gevreesde zeeschuimers of vikings, die in de 8e, 9e en 10e eeuw de kusten van Europa onveilig maakten. Hun tochten waren eigenlijk een naspel van de groote volksverhuizing, die in 375 na Chr. begon met het opdringen der Hunnen.

De Noord-Germanen, die hun woonplaatsen hadden in Noorwegen, Zweden en Denemarken, waar vooral in ’t eerste de landbouw slecht beoefend werd en dus weinig opbracht, begonnen te lijden aan overbevolking, bovendien dreef de zucht naar avonturen een aantal mannen de zee op. Wie zich verongelijkt achtte of geen ruimte genoeg had in zijn vaderland, rustte een schip uit, d.w.z. een boot zonder dek, groot genoeg voor een 10 & 20-tal mannen, die het roeiden, en dat deel van den buit, dat de moeite van het meenemen waard was, en stak in zee om naar ’t Zuiden te stevenen.

In Ierland, Engeland, Nederland werd zooveel buit verworven, dat de begeerte van landgenooten werd opgewekt, wat tochten van meer schepen en op uitgebreider schaal tengevolge had. Moordende en brandschattende trokken deze vikings, deze zeeroovers rond.

De bevolking was dikwijls te verspreid om met gunstig gevolg tegenstand te bieden. Ze voeren de groote rivieren, den Rijn, de Wezer, de Seine op, landden aan de kust van Engeland, trokken landwaarts in en hadden het, heidenen als ze waren, op de rijke kerken en abdijen gemunt.

De eerste groote onderneming was omstreeks 750; toen bezetten de vikings de Oostkust van Ierland en stichtten ze een sterkte op de plaats, waar Dublin ligt om een vast punt voor hun tochten te bezitten. Ierland, dat toen een vergevorderde beschaving kende, verdedigde zich dapper tegen hen, maar moest het opgeven, de rijke abdijen waren te verlokkelijk.

De beschaving, door het Evangelie verwekt, werd vernietigd. Weinig minder had Engeland van hen te lijden.

Reeds omstreeks 780 vertoonden ze zich aan deze kusten; het beroemde klooster Yarrow, waar Beda, het licht zijner eeuw, had gewerkt, werd verwoest.

Tegen het einde der 9e eeuw hadden ze hun heerschappij er op gevestigd; Alfred de Groote wist in 878 zijn Angelsaksen tot de overwinning over de Noormannen te leiden, en een deel van Engeland van hen te bevrijden.

Slechts voor een tijd. De vikings kwamen terug en herstelden hun heerschappij: Knut de Groote was 1016—1035 koning van Engeland en Denemarken.Ons vaderland werd in 810 voor ’t eerst door de Noormannen bezocht. Herhaaldelijk werd Dorestad, het koopmansvlek aan den Krommen Rijn geplunderd. De Karolingische koningen duldden het, dat de vikings zich hier nederzetten, Rorik en later Godfried namen ze als leenmannen aan. De laatste breidde zijn gezag tot buiten de tegenwoordige grenzen van ons land uit, behandelde de inwoners als slaven, maar toen hij steeds hooger eischen stelde, werd men hem moede en greep men naar ’t middel der wanhoop: men vermoordde hem en al zijn Noormannen (885). Zijn volksgenooten wreekten hem niet. In 1006 en 1007 hadden de laatste invallen plaats.

De eenige landen, die blijvend den invloed der Vikings hebben ondervonden, zijn Noord-Frankrijk, Zuid-Italië en Rusland. In Noord-Frankrijk zetten ze zich vast, gaven het hertogdom hun naam: Normandië, maar namen zeer spoedig de veel hoogere beschaving der Franschen aan en golden als het type der Fransche ridderschap. Ze veroverden Engeland (1066) en waren de bemiddelaars van den Keltischen invloed op de hoofsche litteratuur (Arthur-cyclus). In Zuid-Italië stichtten ze de hertogdommen, die later saamgroeiden tot het koninkrijk Napels; zij waren — gevolg weer van hun avontuurlijken aard — de eersten in den grooten Kruistocht van 1096—1099. In Rusland wist de viking Rurik zich tot koning te verheffen (862), waar hij naar den wensch van de bevolking, die ’t zelf niet kon, wat orde in den staatkundigen chaos stichtte. De rijke en schoone litteratuur der Noormannen, de talrijke saga’s, zijn hoofdzakelijk op IJsland bewaard gebleven.

< >