Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Muzen

betekenis & definitie

Godinnen van gezang en snarenspel, later ook van poëzie, kunst en letteren, dochters van Zeus en Mnemosyne. Eerst waren er drie: Melete, Mneme, en Aoede, later negen: Clio, muze der geschiedenis; Euterpe, die der lierpoëzie en der toonkunst; Thalia, die van het blijspel; Melpomene, die van het treurspel; Terpsichore, die van den rijdans en het koorgezang; Erato, die van het minnelied; Polyhymnia of Polymnia, die van den zang en de lyriek; Calliope, die van het heldendicht, en Urania, die van de sterrenkunde.

< >