Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Mardoek

betekenis & definitie

Oorspronkelijk niets meer dan de stadsgod van het kleine Babel, is met zijn stad tot steeds hooger eer geklommen. Evenals Babel de eerste werd der West-Aziatische steden, zoo is Mardoek de eerste geworden der WestAziatische góden.

De stadsgod is geworden tot oppergod, die de trekken van zoovele andere in zich heeft opgenomen, dat het bijna onmogelijk is met zekerheid te zeggen wat hij oorspronkelijk geweest is. Waarschijnlijk is hij gedacht als zonnegod, al is hij ook gezien als stormgod.

Een oude Babylonische kroniek zegt reeds, dat hij toornde tegen Sargon van Akkad (pl.m. 2700 v. Chr.) en hongersnood veroorzaakte in Babylonië.

Toen Babel door Chammoerapi wereldstad werd, groeide ook Mardoek. Anoe en Bel moeten hem het wereldbestuur afstaan en een eereplaats inruimen onder de hemelgoden (Igigi).

Onder Chammoerapi’s opvolger wordt hem het bevel gegeven over de vier wereldstreken en een eerenaam onder de aardgoden (Anoennaki). Hij wordt gaarne genoemd „oudste zoon van Ea” en zijn schittering verdonkert Ea’s heerlijkheid.

Zoo wordt hij de schepper-god, de god der wijsheid, ook die der genezing, terwijl hij eindelijk leven en vruchtbaarheid schenkt. Op Nieuwjaarsdag houdt Mardoek in zijn tempel Esagila (= het huis met het hooge hoofd), die in pyramidalen vorm zich met zeven verdiepingen hemelwaarts verheft, als de koning der góden zijn receptie en worden onder zijn presidium in den raad der góden de beschikkingen voor het komende jaar getroffen.Mardoek heeft den val van Babel niet overleefd. Wel verklaart nog Antiochus Soter(280— 260 v. Chr.), dat hij heeft laten werken aan Mardoeks tempel, maar ook Esagila is ingestort onder de vernietigende werking van mensch en weder (Jer. 50 : 2).

< >