Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Magister

betekenis & definitie

I. Magister, een academische graad, eigenlijk artium liberalinm magister d. i. meester in de vrije kunsten.

Er waren aanvankelijk in den kring der academische werkzaamheden zeven vrije kunsten, n.m. grammatica, rhetorica, dialectica, arithmetica, geometria, astronomia en ars musica. Wie zich door bekwaamheid onderscheidde ontving eerst den titel baccalaureus en daarna dien van magister.

Tegen het einde der 18e eeuw schatte men den titel doctor hooger dan den titel magister. Daardoor geraakte de titel magister langzamerhand buiten gebruik.II. Magister sacri palatii, een pauselijk ambt, dat inhield een verplichting om aan het pauselijk hof onderricht te geven. Later kwam er de boekencensuur bij. De dragers van dit ambt moeten Dominicanenzijn. Dit ambt is o.a. bediend door Albertus Magnus, Thomas Aquinas, Sylvester Prierias e.a.

III. Magister sententiarum, d. i. een theoloog, die de Sententiae van Petrus Lombardus gecommentarieerd heeft.

< >