is een Italiaansch woord, dat beteekent mijn meesteres en dat voornamelijk gebruikt wordt voor de heilige Maagd, zooals men in het Nederlandsch spreekt van Onze Lieve Vrouwe en in het Fransch van Notre Dame. Men gebruikt den naam Madonna vooral in de kunst bij voorstellingen van de moeder des Heeren.
Volgens de overlevering heeft Lucas het eerste portret van Maria met haar Kind geschilderd en wel naar het leven. De oudste Madonna’s bevinden zich in de catacomben, bijv. in de catacomben van de heilige Pricilla uit het midden der 2e eeuw.
Toen gedurende de Middeleeuwen de Mariavereering toenam, nam ook het aantal Madonna’s toe. Cimabue bracht in de 13e eeuw meer leven in de voorstelling van Maria en sinds dien tijd werd de Madonna een der hoofdonderwerpen van de schilderkunst vooral voor Italiaansche schilders.
Maria werd voorgesteld als liefhebbende moeder met haar Kind, of als hemelkoningin zittende op den troon. Zoo ontstonden „De Madonna met den granaatappel” van Giovanni Bellini. „De troonende Madonna” van denzelfden schilder. „De Madonna met de heiligen” van Fra Bartolomeo, „De Madonna della Scala” van Corregio. „De Madonna del Sacco” van Andrea del Sado. „Zigeuner madonna” van Titiaan.
De schoonste Madonna’s leverde Rafaël. Beroemd is zijn Madonna van de „Sixtijnsche maagd”.
Voorts „Madonna Conestabile”, „Madonna de Granduca”, „Madonna Templi”, „La belle jardinière”, „Vierge au linge”, „Madonna Aldobrandi”, „Madonna della Sedia”, „Madonna con devino amore”, „Madonna del Baldacchino” en „Madonna di Folingo”.Behalve van deze Italiaansche schilders bezitten wij nog Madonna’s van Jan van Eyck, Rubens, A. van Dijk, Hotbein, Dürer en Marillo. Ook in later tijden werden door bekwame schilders Madonna’s geleverd.
Behalve deze schilderijen zijn er ook marmergroepen, die Madonna’s voorstellen, bijv. de marmergroep van Maria met haar Kind van de Lieve Vrouwe-kerk te Brugge en marmergroepen aan den dom te Florence e.a.