Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kislev

betekenis & definitie

De naam van de negende maand (Zach. 7 : 1). In de Statenvertaling is de spelling Chisleu (Neh. 1 : 1).

In en na de Babylonische ballingschap leerden de Joden de Semietische namen van de maanden kennen, die in Babel in gebruik waren sinds den tijd van Chammoerapi en die ook nu nog door de Joden worden gebruikt. Sinds Ezra en Nehemia verdrongen zij de oude namen en kwam ook voor de oude manier van het tellen der maanden de nieuwe in de plaats.

Kislev is de negende maand; zij valt ongeveer samen met de maand December en wordt eenige malen in de Maccabeër boeken genoemd (1 Macc. 1 : 57; 4 : 52, 59; 2 Macc. 1 : 9, 18; 10 : 5). Op den vijftienden dag der maand Kislev, liet koning Antiochus den gruwelijken afgod der verwoesting op Gods altaar zetten.

Maar Judas verslaat Gorgias en Lysias, reinigt den tempel en stelt het feest van de vernieuwing van den tempel in, op den vijfentwintigsten dag der negende maand, Kislev genaamd. En Judas en zijn broeders besloten, dat men jaarlijks van den vijfentwintigsten dag der maand Kislev af, acht dagen lang, het feest des nieuwen altaars met vreugde en dankzegging houden zou (1 Macc. 1 : 59; 4 : 52, 59).

In Johannes lezen wij: En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter (Joh. 10 : 22).

< >