Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kaddisch

betekenis & definitie

wil eigenlijk zeggen, dat iets heilig is. Het bedoelde oorspronkelijk alleen om een gebed of een voornaam stuk uit de Thorah af te sluiten.

Maar het liturgisch gebruik van Kaddisch beantwoordt niet meer aan de oorspronkelijke beteekenis. Het was eigenlijk een lofverheffing, zooals in Dan. 2:20 of Ps. 113 : 2.De oorsprong moet dus niet gezocht worden bij sterfgevallen en voortdurende religieuze verplichtingen, die de treurenden in het belang der gestorvenen verrichten, maar langzamerhand is Kaddisch wel hoofdzakelijk tot Kaddisch der treurenden geworden.

Het Kaddisch als liturgisch gebed komt voor in het Talmud tractaat Soferim, dat pl.m. 600 is ontstaan en omstreeks dien tijd werd ook het Kaddisch voor treurenden gewoonte. De voorstelling is, dat kinderen voor het zieleheil der ouders hebben in te staan en de Gemeente moet den kinderen daartoe de gelegenheid geven door hen bepaalde gebeden te laten voordragen. En daaruit is gegroeid het gebruik, dat de oudste zoon na den dood van vader of moeder een jaar lang Kaddisch zegt. Isaak Or Sarua (13e eeuw) bericht, dat de weezen in Bohemen en in de Rijnstreek aan het einde der godsdienstoefening Kaddisch zeiden, maar in andere landen, b.v. Frankrijk, lette men er niet op wie het zei, als het maar gezegd werd. Isaak Or Sarua veroordeelt dat en beroept zich op het verhaal van Rabbi Akiba.

Maar de Joodsche geleerde Elbogen noemt het terecht de Akiba-legende. Maar ook de Schoelchan Aroech leidt het gebruik van Kaddisch door de kinderen af uit de z.g. levenservaring van den grooten Akiba.

Aan dien grooten Rabbi zou eens een vreeselijke gestalte verschenen zijn, beladen met een onmenschelijk zware vracht hout. Akiba schrok en vroeg: „ben je een booze geest of een mensch?” De gestalte antwoordde: „eens was ik een mensch, maar zoo’n groot misdadiger, dat ik nu in de hel in het vuur brand, dat ik 3 maal per dag met dit hout moet aanhouden”. „Is er geen mogelijkheid van verlossing?” vroeg Akiba. „Ik heb vernomen”, sprak het afzichtelijk wezen, „dat ik gered zou kunnen worden, als de knaap, die mijn vrouw na mijn dood heeft gebaard in den openbaren Godsdienst Kaddisch zei”. Akiba vroeg naar naam en woonplaats der vrouw. Hij vond haar eindelijk met haar kind in verwaarloosden toestand. Hij besneed het kind en gaf het onderwijs. En toen het in staat was om in het openbaar Kaddisch te zeggen, bracht hij den knaap in de synagoge.

In denzelfden nacht verscheen de gestalte van vroeger in een droom aan Akiba en verzekerde dat hem zielerust was bezorgd. Prof. Dr. Kurrein heeft een commentaar gegeven op deze legende, die een plaats vond in Midrasch. Hij zegt, dat als Midrasch op die plaats van het legende-gewaad wordt ontdaan, het dan toch duidelijk blijkt, dat God als hoogste verdienste rekent als de veroordeelde Zijn gerechtigheid loven. Een inniger Godsvereering is niet mogelijk dan in omstandigheden waar morren en klagen natuurlijk is, Hem te loven.

Er zijn 4 soorten Kaddisch: Volkaddisch, Halfkaddisch, Kaddisch voor de treurenden en Kaddisch voor de geleerden.

Alleen zoons zeggen Kaddisch, een jaar lang na het sterven van vader of moeder en bij de jaarlijksche terugkeer van den datum waarop de ouders stierven. De z.g. jaartijd, die dag wordt herdacht door vasten, het branden van een licht en het uitspreken van Kaddisch. De Joden gelooven aan een verplaatsing uit gehinnom naar Gan Eden, dus van kwaad naar goed ook na den dood en meenen dat de achtergeblevenen door hun gebeden (Kaddisch) dat zooal niet bewerken dan toch sterk beïnvloeden.

< >