Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Johann Heinrich Bernhard Dräseke

betekenis & definitie

Een van de meest bekende Duitsche kanselredenaars uit de 19e eeuw. Zijn preeken muntten meer uit door den homiletischen vorm dan door diepen inhoud.

Hij werd geboren te Brunswijk 1774, in 1795 was hij diakonus, in 1798 predikant te Mölln, in 1804 predikant te Ratzeburg, in 1814 te Bremen. Hij hoopte nog steeds op de herstelling van Duitschland, en zijn preeken droegen dan ook dikwijls een nationaal karakter.

In 1832 was hij generaal-superintendent en evangelische bisschop in de provincie Saksen met den zetel in Maagdenburg. Hij stierf in 1849.

Draseke was geen rationalist, maar hij was evenmin een confessioneel Luthersch prediker. Hij beschouwde de Heilige Schrift het liefst, zooals Herder dat deed.

Het Christendom was volgens hem de hoogste en reinste openbaring van het waarachtig menschelijke. Later is hij in zijn opvatting van het Christendom wat dieper gegaan.

Hij sprak gaarne tot „denkende vereerders van Jezus”. Een belijnd man was hij in geen enkel opzicht.

In het begin van zijn optreden sprak hij als zijn ideaal uit, dat hij aan wilde toonen, dat men zonder van de wereld afstand te doen, toch nog een goed Christen kan wezen. Deze dubbelhartigheid kenmerkt zijn ganschen persoon en zijn arbeid.

< >