Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Joas

betekenis & definitie

I. Vader van Gideon, Richt. 6 : llv., Joz. 17:2.

II. Zoon van Achab, 1 Kon. 22 : 26.

III. Koning van Juda; zoon van Ahazia. Werd als eenjarig kind gered, toen zijn grootmoeder Athalia de andere zonen van Ahazia liet ombrengen, en 6 jaar lang in den tempel verborgen, 2 Kon. llv. Zoolang de priester Jojada leefde, die zijn kroning wist te bewerken, diende hij den Heere, maar na diens dood werd hij afvallig, 2 Kon. 24 : 17 v. Zacharia, den zoon van Jojada, liet hij steenigen, en eenigen zijner broeders dooden, 2 Kron. 24 : 15. Hij was ongelukkig in den strijd tegen de Syriërs, en vond in ’t eind zijner 40-jarige regeering door een samenzwering van eigen onderdanen den dood, 2 Kon. 11:12, 2 Kron. 24 : 25.

IV. Koning van Israël, zoon en opvolger van Joahas; regeerde 16 jaar; behaalde onderscheidene overwinningen op de Syriërs, 2 Kon. 13, en toen Amazia, koning van Juda, hem den oorlog verklaarde, versloeg hij dezen, veroverde Jeruzalem, en wist Juda afhankelijk te maken van Israël, 2 Kon. 14 : 8 v., 2 Kron. 25 : 17 v.

< >