Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Jean Henri Merle d’Aubigné

betekenis & definitie

Geboren 16 Augustus 1794 in Eaux-Vives bij Genève, overleden 21 October 1872, studeerde in de theologie te Genève, waar hij door Robert Haldane onder den invloed van het Reveil kwam en op 3 Juli 1817 de oplegging der handen ontving. Een reis in hetzelfde jaar door Duitschland, ter gelegenheid van het derde eeuwfeest der Reformatie, bracht hem te Eisenach, op den Wartburg en op al die merkwaardige plaatsen, waar de herinnering aan Luther het sterkst sprak.

Daar ontbrandde toen reeds een vuur van heilige geestdrift in zijn binnenste; een grootsche gedachte kwam in hem op. Deze historische plaatsen inspireerden hem het voornemen om de geschiedenis van Luther en van de Reformatie te beschrijven.

De afstammeling der Réfugiés — want dat was Merle — werd met brandende liefde vervuld voor het geloof en den strijd zijner godvreezende voorvaderen. Toch moest nog dertien jaren in hem het plan rijpen, eer het tot uitvoering kwam.

Van 1818 tot 1823 was hij predikant bij de Fransche kerk te Hamburg; van 1823 tot 1830 predikant en hofprediker te Brussel, waar hij Groen van Prinsterer en diens echtgenoote onder de beademing van het Reveil bracht. Na de Belgische revolutie keerde hij terug naar Genève, waar hij met Gaussen aan de Opwekkingsbeweging al zijn kracht gaf, waarom hij uit het ministerie van predikanten werd gesloten.

Hij werd nu hoogleeraar aan de pas gestichte Theologische School der Vrije Kerk, waar hij den leerstoel voor historische en practische theologie bezette. Als eerlijk en talentvol historieschrijver der Reformatie heeft hij bij uitnemendheid liefde gewekt voor haar beginselen.

Zijn Geschiedenis der Reformatie werd in de meeste beschaafde talen overgezet.

< >