I. James Alexander Haldane (1761—1851) een rijk grondbezitter in Edinburg.
Hij was een ijverig man in het werk der Evangelisatie. Tegenover het verzuim van herderlijken arbeid in de kerk en tegenover het naam-Christendom van zijn tijd trad hij in zijn leekenprediking gedurig op.
Hij was mede-oprichter van het Edinburgsche Traktaatgenootschap (1796). Door zijn vijanden, vooral onder de Moderates, werd hij dikwerf onaangenaam bejegend.
Hij werd later prediker van een vrije gemeente en daardoor legde hij den grondslag van het congregationalisme in Schotland. Sinds 1808 was hij Baptist.II. Robert Haldane (1764—1842), broeder van bovengenoemde, bouwde voor James een kapel (Tabernacle) in Edinburg. Deze legde den grondslag van een theologisch seminarium in die stad. Sinds 1816 hield hij te Genève voor de studenten in de theologie tegenover de Ariaansch-Sociniaansche richting apologetische voordrachten. Hij las met de studenten den brief aan de Romeinen en werd door zijn arbeid de vader van een geestelijke opwekking (Reveil). De voornaamste geloofsstukken (de Godheid van Christus, de erfzonde, de verzoening door Jezus Christus, de rechtvaardigmaking door het geloof, de wedergeboorte, de verkiezing enz.) werden weder op den voorgrond geplaatst.
En het bleef niet bij de leer, ook het leven werd door Haldane opgeëischt voor den dienst des Heeren. Onder zijn volgelingen waren Cesar Malan, Gaussen, Merle d’Aubigné e.a. De tegenstand der rationalistische staatskerk leidde tot de stichting van een vrije kerk (1818). Nadat hij naar Schotland was teruggekeerd, arbeidde hij samen met zijn broeder James. Hij gaf vele apologetische geschriften uit en deed veel goed, waar zijn aanzienlijk vermogen hem toe in staat stelde en waartoe de liefde van Christus hem drong. Zijn richting was streng-Gereformeerd.
Van zijn geschriften noemen wij The Epistel to the Romans, Evidence and Authorship of Revelation, The Inspiration of Scripture. A. Haldane heeft tot gedachtenis aan de beide broeders een boek geschreven in 1852.