Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

J. le Féburé

betekenis & definitie

Een greinfabrikant te Leiden in het begin der 19e eeuw, door Bilderdijk geprezen als een degelijk Christen. Toen Ds.

A. S.

Thelwall in 1825 tijdens den watersnood zijn boetpredikatie uitgaf: Keert u tot Hem die slaat, en daarover hard werd gevallen, nam le Féburé het in een Openlijke Dankbetuiging aan Thelwall, meesterlijk voor den schijver op. En toen twee jaar later Ds.

Molenaar in zijn geruchtmakend Adres, een stem voor kerkherstel liet hooren, en dat adres door zijn gewezen ambtgenoot Bernardus Verwey in een smaadschrift, naar het heette, werd getoetst aan den geest der waarheid, der liefde en des vredes, nam le Féburé hem duchtig onder handen, in een tegenbrochure: De Toetser getoetst. Ook verklaart hij in dit geschrift, dat hij volhardt bij zijn in 1790 afgelegde geloofsbelijdenis; wekt op tot een vragen naar de oude paden en eischt uittreding uit de kerk van alle niet-Gereformeerden.

Zijn schrijven, in den vorm van een brief, getuigt van veel onderzoek, van goede historiekennis en van een beschaafden geest. Deze man was te Leiden de ziel van een groot conventikel, waarin hij meermalen per week voor een 70 h 80 menschen oefeningen hield.

Op dat „gezelschap” werden voorts de nooden van land en volk besproken, en geschriften als van Da Costa, Capadose, Ynia, Bahler e. a. gelezen. De „dacostiaansche” studenten te Leiden, de z.g. „club van Scholte”, woonden getrouw de vergaderingen van le Féburé bij, en leerden van dezen oefenaar, met het oog op hun toekomstig ambt, heel wat meer dan van hun professoren.

< >