is de algemeen gebruikelijke naam voor de zwarte, eventueel gekleurde vloeistof, die gebruikt wordt om te schrijven. Bij het schrijven geschiedt een scheikundige werking, welke bij goede inkt aldus verloopt, dat een duurzaam zwart (eventueel gekleurd) schrift ontstaat.
In den tegenwoordigen tijd is ijzergalluszuur hoofdbestanddeel van de inkt, in de oudheid bevatten de inkten als hoofdbestanddeel andere plantaardige of dierlijke stoffen. In de Heilige Schrift lezen we van inkt Jerem. 36 : 18; 2 Cor. 3 : 3; 2 Joh. : 12; 3 Joh. : 13.
Inktkoker Ezech. 9 : 2, 3, 11. Op de plaatsen in het Nieuwe Testament zal niet onwaarschijnlijk de destijds gebruikelijke uit roet bereide inkt zijn bedoeld.