In ’t algemeen is ijver een vurig streven, een inspanning van alle krachten om een voorgesteld doel te bereiken (2 Sam. 21 : 2; 2 Kon. 10 : 16; 2 Cor. 7:7; 9:2). Overdrachtelijk wordt in de Schrift ook aan God ijver toegekend ter aanduiding van a. de werkzaamheid Zijner liefde, waarmede Hij Zijne uitverkorenen bewaart en tegen hunne vijanden beschermt (2 Kon. 19 : 31; Jes. 9 : 6; 63 : 15); en b.
Zijn afkeer van de zonde en Zijn toorn tegen alles wat Zijn wil wederstreeft (Deut. 29 : 20; Jes. 42 : 13; Ezech. 16 : 38).