Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Heinrich Ernst Ferdinand Guericke

betekenis & definitie

werd geboren 1803 te Wettin, behaalde in 1825 den graad van licentiaat in de theologie, en werd in 1829 hoogleeraar te Halle. Geuericke bewoog zich op het gebied van de kerkgeschiedenis en de wetenschap belangende het Nieuwe Testament.

Een oorspronkelijk theoloog was hij niet, maar hij bezat de gave om de resultaten van anderer onderzoek op goede wijze saam te vatten en te verbinden. Guericke heeft vooral op kerkelijk terrein gearbeid.

Hij behoorde tot de rechtzinnige Lutheranen, had bezwaar tegen de „Union” en werd toen hij in 1834 als predikant van de kleine Luthersche gemeente te Halle was bevestigd, ontslagen als hoogleeraar. Hij werd echter in 1839 en 1840 zonder te hebben beloofd dat hij zijn actie staken zou, weer als hoogleeraar toegelaten.

In 1840 stichtte hij de periodiek: Zeitschrift für die gesamte Lutherische Theologie und Kirche. Ook op staatkundig gebied was Guericke werkzaam, met name door verzet tegen de revolutionaire beweging van 1848, maar niet minder tegen de reactie.

Hij was een man van een hoogstaand edel karakter. Guericke overleed 4 Februari 1878.

< >