Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Haak

betekenis & definitie

Aan haken werden de gordijnen van den tabernakel opgehangen (Exod. 36 : 13, 18; 39 : 33), en daardoor waren ze onderling aaneen gehecht (Exod. 26 : 6, 11, 33). De twee hoofddeelen der benedenste gordijn, van wit byssus, werden door 50 gouden, die van geitenhaar door 50 koperen haken aaneengehecht.

Voorts wordt het woord „haak” gebezigd in denzelfden zin als wij het woord „hoek” gebruiken (2 Kon. 19 : 28; Jes. 37 : 29; Ezech. 19 : 4; 29 : 4; 38 : 4; Amos 4 : 2).

< >