Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Groot-Brittannië

betekenis & definitie

In onderscheiding van Klein-Brittannië of Bretagne, is de naam voor de groote, Engeland, Wales en Schotland omvattende eilanden, een naam die geldend gemaakt is sedert de vereeniging van Schotland met Engeland tot één koninkrijk (6 Mei 1707). Groot-Brittannië met Ierland vormt sinds 1800 het Vereenigde Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland (United Kingdom of Great Britain and Ireland).

Het omvat tevens alle Britsche eilanden (behalve Man).Het wordt omspoeld in het Oosten door de Noordzee, in ’t Westen door den Atlantischen Oceaan; het Kanaal scheidt het van Frankrijk (geringste breedte in de Straat van Dover, Pas de Calais, 33 K.M.). Ierland wordt van GrootBrittannië gescheiden door de Iersche Zee. De grootste lengte is 890 K.M., de grootste breedte 482 K.M., de geringste 96 K.M.

Engeland heeft zijn staatskerk, de Anglicaansche kerk; Schotland de zijne, de Presbyteriaansche kerk; Ierland heeft geen staatskerk maar de Roomsch-Catholieke kerk is er de heerschende. Bovendien komen in alle drie rijken vele kleinere kerkelijke gemeenschappen voor, voornamelijk in Engeland en Schotland. In het begin dezer twintigste eeuw telde men op de circa 40 millioen inwoners ongeveer 23 millioen Anglicanen, 9 millioen ingedeeld bij de kleinere kerken of secten, 5 millioen Roomsch-Catholieken, 2 millioen leden der Schotsche Staatskerk, 1 millioen leden der Schotsche Vrije Kerk en 200.000 Joden.

Voor geschiedenis, godsdienst, kerkinrichting enz. zie men voorts de afzonderlijke artikelen Engeland, Schotland en Ierland.

< >