Een groslijst is een lijst, welke een gros, d. i. een groot of onbepaald aantal, namen bevat van personen, die voor een of andere candidatuur worden opgegeven; b.v. een voorloopige naamlijst van candidaten, die voor de verkiezing van ambtsdragers in de kerk in aanmerking komen.
De manier waarop de groslijst werd opgemaakt was echter bij de Gereformeerden verschillend. In sommige kerken, waar de meer aristocratische manier van verkiezing van het convent te Wezel, 1568, de synode te Embden, 1571, en van de Fransche kerken gevolgd werd, maakte de kerkeraad zelf, meestal schriftelijk, de groslijst op, koos, na bespreking der personen, daaruit zelf ook zooveel ambtsdragers als er noodig waren, en stelde de gekozenen alleen aan de gemeente ter approbatie of goedkeuring voor, zoodat aan de gemeente hier alleen het recht van stilzwijgende goedkeuring of gemotiveerde afkeuring toekwam. In andere gemeenten, waar de meer aristocratisch-democratische manier van verkiezing van de particuliere synode van Dordrecht, 1574, waarschijnlijk aan de Fransche vluchtelingen-kerk te Londen, en door deze aan die van Straatsburg, waar Calvijn diende, ontleend, gevolgd werd, maakte de kerkeraad de groslijst op en formeerde daaruit een dubbel getal, maar liet de gemeente daaruit kiezen, zoodat de gemeente hier ook invloed op de keuze der personen verkreeg. En in een derde groep van gemeenten, waarin de meer democratische manier van de Hollandsche vluchtelingen-kerk te Londen, die onder leiding van A Lasco stond, gevolgd werd, maakte de gemeente, na met gebeden en vasten samengekomen te zijn, en na vermaning van den kerkeraad om een Gode welbehagelijke keuze te doen, bij vrije stemming een grostal op, waaruit de kerkeraad dan de besten en meest geschikten moest kiezen.
Nu waren de eerste twee manieren van verkiezing van ouds in art. 22 der Kerkenordening van de Gereformeerde kerken in Nederland opgenomen, doch de laatste niet. Deze is er eerst bij de wijziging der Kerkenordening door de synode van Utrecht, 1905, in opgenomen. De kerkeraden zijn nu vrij „om te voren de gemeenteleden in staat te stellen op geschikte personen de aandacht te vestigen”, om dan öf zelf uit dit grostal zooveel ouderlingen (en diakenen) te kiezen als er noodig zijn en die gekozenen dan ter approbatie of goedkeuring aan de gemeente voor te stellen, öf uit de door de gemeente opgemaakte groslijst een dubbel getal aan de gemeente voor te stellen, om daaruit de helft te laten kiezen, en, na approbatie der gemeente, in het ambt te bevestigen. Maar zij kunnen ook de meer aristocratische manier volgen, d. w. z. zelf het grostal opmaken, daaruit de ambtsdragers kiezen en de gekozenen aan de gemeente voorstellen; of de meer aristocratisch-democratische manier, d. w. z. wel het grostal opmaken, maar daaruit een dubbel getal stellen, en uit dat dubbel getal de gemeente een keuze laten doen. Deze laatste manier is in vele Gereformeerde kerken in Nederland gebruikelijk.