Verzamelnaam voor een groot aantal — meer dan 5000 — meest kruidachtige plantensoorten, die tot de familie der Gramineeën of grassen behooren en wier bloemgroepen een aar, tros of pluim vormen. De afzonderlijke onaanzienlijke bloemen zijn gewoonlijk tot pakjes van 2 of meer bloemen vereenigd.
De langwerpige, parallelnervige, ongesteelde bladeren staan in 2 rijen aan den hollen halm en bezitten een bladscheede. Eenige grassoorten die veel in ons land voorkomen, zijn straatgras, beemdgras, hanepoot, rietgras, struisgras, timotheegras, trilgras, reukgras, raai gras.
Tot de familie der grassen behooren ook de hoogst belangrijke graan- of korensoorten rogge, tarwe, haver, gerst, gierst, rijst, mais; alsmede suikerriet, kanariezaad en het lastige onkruid kweek of kwek. De grassen sluiten zich gewoonlijk (tot zelfverdediging, zooals Linnaeus zegt) aaneen en bedekken een groot gedeelte van de oppervlakte der aarde.
Te midden van de echte grassoorten groeien meestal nog vele andere kruidachtige planten zooals boterbloemen, paardebloemen, madeliefjes, klaver, die dan ook dikwijls mede onder den naam gras worden samengevat. Evenzoo wordt in de Heilige Schrift onder gras en grasscheutjes blijkbaar verstaan alle kruidachtige planten, zoowel gekweekte als wilde, die tot voedsel voor het vee dienen (Gen. 1:11 en 12; 1 Kon. 18 : 5; Job 6 : 5; 8 : 12; 40 : 10; Ps. 104 : 14; 147 : 8; Jes. 42 : 15; Dan. 4 : 23, 32 en 33).
Dat op de platte daken der huizen in het Oosten gemakkelijk gras kon opschieten, is duidelijk; wegens onvoldoende wortelvorming verdort dit echter, als droogte en zonneschijn komt, zeer snel (Ps. 129 : 6). Het gemaaide en door de groote hitte snel verdorde en uitgedroogde gras werd in Palestina deels als veevoeder, deels als brandstof gebezigd (Job 40:10; Matth. 6 : 30 ; Luc. 12 : 28).
Gras is een beeld van talrijkheid en vruchtbaarheid (Job 5 : 25; Jes. 44 : 4; 66 : 14), maar ook en vooral van onbestendigheid en vergankelijkheid (Ps. 37: 2; 90 : 5 en 6; 102 : 5 en 12; 103 : 15; 129 : 6; 1 Petr. 1 : 24; Jac. 1 : 10 en 11).
