Onder gemoedsleven verstaan we het diep-innerlijke leven van de menschelijke ziel, dat als het ware de kern, het middelpunt vormt van heel zijn wezen. In het bizonder duidt het gemoedsleven aan het teere, rijk geschakeerde gevoels- of emotioneele leven, dat bij den eenen mensch veel sterker ontwikkeld is dan bij den anderen.
Sanguinische en cholerische naturen zijn wat het gemoedsleven aangaat meer begaafd dan flegmatische. Bij den Christen wordt het gemoedsleven gereinigd en gezuiverd door den Heiligen Geest.
Het geeft gloed en bezieling aan de uitingen van het geestelijke leven.
