Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Gemarja

betekenis & definitie

I. Gemarja, een zoon van Safan.

Onder de regeering van Jojakim bekleedde hij de waardigheid van schrijver (Jer. 36 : 10). In het vertrek van dezen Gemarja, dat aan een tempelpoort paalde, en dus met zijn voorkennis en goedkeuring, liet Jeremia zijn onheilspellende profetieën door Baruch aan het volk voorlezen.

Toen hij zelf ze later hoorde, verschrikte hij van die taal, doch de indruk, dien Jehova’s bedreiging ook op hem maakte, was voorbijgaande en bracht hem niet tot boete en berouw (vs. 24). Ofschoon beter dan sommige vorsten, betoonde hij zich echter zijn edelen vader onwaardig, en daarom heeft hij ook met hen in het lot van jojakim gedeeld en is hij door Nebukadnezar weggevoerd naar Babel.II. Gemarja, een zoon van Hilkia, genoot het vertrouwen van den koning Zedekia en werd idoor dezen met een gewichtige zending naar Nebukadnezar belast (jer. 29 : 3).

< >