Aldus heetten een bepaald soort, in de Middeleeuwen gebruikte, oorlogsschepen. Het waren platgeboomde vaartuigen van ongeveer 40 meter lengte, met sterk-gekromde voor- en achtersteven.
Op de achterplecht bevond zich de hut van den commandant, die zich door middel van een loopbrug, op de lengte-as van het schip aangebracht, van achteren naar voren kon begeven. De schepen werden voortbewogen door middel van lange riemen, ruim 20 aan iedere kant, welke elk door 4 of 5 man werden bediend.
De bemanning bestond deels uit soldaten, deels uit gestrafte gevangenen, de zgn. galeislaven. Het lot dezer slaven was zeer hard.
De bewapening der galeien bestond gewoonlijk uit twee kanonnen, klein kaliber.
