Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

G. J. A. Jonker

betekenis & definitie

werd in 1864 te Laren in Gelderland geboren, waar zijn vader predikant was. Na aan de Utrechtsche hoogeschool gestudeerd te hebben aanvaardde hij 8 April 1888 het predikambt te Leusden; 1891 ging hij naar Kralingen; 1896 naar Haarlem, waarna hij 29 September 1901 te Utrecht intrede deed.

Den 12den Januari 1924 overleed hij plotseling. In een kring van oud-leden der Nederlandsche Christen-Studenten-Vereeniging, ten huize van Mr J.

F. van Beeck Calkoen te Utrecht, hield hij een lezing over den man, aan wien hij gedurende zoovele jaren zijn studie-uren en de liefde van zijn hart had gegeven: Sören Kierkegaard, aan wien Jonkers persoonlijkheid en levenswijze ook telkens deed denken; dien zelfden middag zonk hij daar ineen en was niet meer. Twee bundels van zijn geschriften, die in verschillende periodieken en brochuren-reeksen uitkwamen, verschenen na zijn dood onder den titel: Overdenkingen en Studies en Voordrachten.

Ze werden opgedragen aan zijn ouderen broeder en geestverwant : Prof. Dr A.

J. Th.

Jonker.

< >