Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

G.J.P.J. Bolland

betekenis & definitie

Nederlandsche wijsgeer, geboren 1856, gestorven 11 Februari 1922. Hij heeft nooit een hoogeschool bezocht en was volkomen autodidact.

Toen hij leeraar was in het Engelsch aan het gymnasium te Batavia, werd hij in 1896, op voordracht van Minister Van Houten, benoemd tot hoogleeraar in de filosofie aan de Universiteit te Leiden, waar hij ongeveer een kwarteeuw met profetische welsprekendheid de Hegelsche wijsbegeerte heeft geleeraard. Eerst stond hij onder invloed van Von Hartmann, maar spoedig daarna werd de Duitsche wijsgeer Hegel de man, die door hem als de mond der waarheid werd vereerd.

Bekend is Bolland’s bestrijding van de Roomsche kerk en zijn oppositie tegen Schaepman. Voornaamste werken zijn: Het verstand en zijn verlegenheden.

Proeve van inleiding eener leer van zuivere rede, 1903. Zuivere rede, 1904.

De boeken der Spreuken, 1915. Door zijn leerlingen is het Collegium logicum uitgegeven, 1905.

Ook bezorgde Bolland een nieuwe editie met aanteekeningen van onderscheidene werken van Hegel.Bolland onderscheidt scherp tusschen verstand en rede. Verstand is het begripmatig werkend denkvermogen van den grooten hoop, rede is het Absolute, dat in ons denkt. Het gebied van het verstand is het eindige, dat van de rede het oneindige. De rede heeft de zuivere waarheid, de wijze is zich daarvan onmiddellijk bewust. Wij weten met rechtstreeksche zekerheid dat werkelijke waarheid en ware werkelijkheid in ons werkzaam is als begrijpend denken en als denkend begrijpen. De redewijsheid ziet het Al als een proces van these-antithese-synthese.

Elk ding verkeert in zijn tegendeel en keert daarna weer in de eenheid der tegendeelen tot zichzelf terug. Wat de wereld gaande houdt, is de oneindige onbestaanbaarheid van alle stelbaarheden. Alles vloeit. Wie zich stelt op het standpunt der Redewijsheid, d.i. op het standpunt van Hegel, heeft volgens Bolland onmiddellijk inzicht in het wezen der dingen en ziet alle andere standpunten als betrekkelijkheden. Dom is hij die zoo’n betrekkelijk standpunt absoluut wil maken. De mensch heeft te kiezen tusschen Hegelarij of Ezelarij.

Wat de verhouding van filosofie en religie betreft, Bolland verkondigt als Hegel dat religie een doorgangsfaze is in de zelfontwikkeling van het Absolute. Religie is de absolute Idee in den vorm van voorstelling. Heel de inhoud van het Christelijk geloof wordt verdampt tot voorstelling van de Idee. Volgens Bolland is de leer van Adams val en van de verzoening des menschen met Christus een schoone mythe. Bolland gaat in de negatie van de feitelijkheid der heilsfeiten nog verder dan Hegel. De laatste liet de historiciteit van Jezus vrijwel onaangetast, maar voor Bolland is de inhoud van het Evangelie een product van Alexandrijnsche speculatie.

Of de Hegelarij in Nederland nog een toekomst heeft, is moeilijk te zeggen. Op één gebied is Bolland ongetwijfeld van beteekenis n.l. dat hij de Nederlandsche taal gekneed heeft om die een geschikt voertuig voor de filosofische bespiegeling te maken. Het Bollandsch is in filosoficis een verrijking van het Hollandsch.

< >