Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Friedrich Christian Karl von Bodelschwing

betekenis & definitie

Geboren 1831, te Haus Mark bij Tecklenburg, overleden 1910; studeerde eerst te Berlijn wijsbegeerte en natuurwetenschap; moest toen om gezondheidsredenen de studie eenigen tijd vaarwel zeggen; wijdde zich daarna te Basel, Erlangen en Berlijn aan de studie der theologie; werd in 1858 predikant bij de(duitsche) Luthersche gemeente te Parijs, in 1864 te Dellwig (Westfalen); als veldprediker maakte hij de oorlogen 1864, 1866 en 1870 mede; en in 1877 werd hij benoemd tot directeur eener inrichting voor lijders aan vallende ziekten te Bielefeld. Hier kwamen zijn rijke gaven voor den arbeid der christelijke philanthropie tot ontplooiing.

Gedreven door een heilig geloofsidealisme wist hij groote uitbreiding te geven aan het werk. Bethel, de stichting voor epileptici, werd zoo uitgebouwd, dat 1700 lijders verpleging kunnen vinden.

Daarnaast verrezen Sarepta, een diaconessenhuis voor ruim 600 verpleegsters, en Nazareth, een diaconenhuis voor 230 verplegers. In 1905 stichtte Von Bodelschwing te Berlijn ook een zendingsseminarie voor candidaten in de theologie.

Het denkbeeld, arbeiderskolonies in het leven te roepen, gelijk men die tegenwoordig in heel Duitschland vindt, is van hem uitgegaan. Rondom Bielefeld werden er verschillende door hem geopend, de eerste in 1882, Wilhelmsdorf geheeten.

In 1884 werd Von Bodelschwing door de theologische faculteit te Halle honoris causa benoemd tot doctor in de theologie.

< >