Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Fictie, fictief

betekenis & definitie

Fictie, afgeleid van het Latijnsche fingëre (= verzinnen, verdichten, fingeeren) beteekent: verdichting, vinding, voorwendsel, vandaar ook: onwaarheid, leugen. In de rechtsgeleerdheid wordt er onder verstaan: aanneming van het niet gebeurde als ware het gebeurd, onderstelling van een geval (fictio juris).

Fictief = verzonnen, uitgedacht, verdicht, ingebeeld.

< >