Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Ferdinand

betekenis & definitie

I. Ferdinand I, Duitsche keizer (1556—1564).

Hij volgde zijn broeder Karel V in Duitschland op, nadat deze afstand gedaan had van den troon en in een klooster gegaan was. Hoewel hij streng Catholiek, was betoonde hij zich toch gematigd in zijn optreden tegen de Protestanten.

Hij was ontevreden over den uitslag van het Concilie van Trente en zocht een vereeniging tusschen Roomsch-Catholieken en Protestanten, maar de pogingen, door hem in die richting ondernomen, mislukten alle.II. Ferdinand II, (1619—1637), kleinzoon van Ferdinand I, was een leerling der Jezuïeten en een bittere vijand van de Protestanten. Reeds als hertog van Stiermarken en Karinthië roeide hij het Protestantisme in die landen uit. In 1617 gekroond tot toekomstigen koning van Bohemen, in 1618 tot koning van Hongarije. In 1619 werd hij vervallen verklaard van den troon als koning van Bohemen. Toen ontstond de hevige 30-jarige oorlog.

Ferdinand deed alle moeite, om zich te handhaven, verscheurde den majesteitsbrief, voerde de Jezuïeten weder in Bohemen terug en dwong het gansche land tot den RoomschCatholieken godsdienst terug te keeren. Hij overwon de Protestantsche legers met zijn beroemde veldheeren Tilly en Wallenstein en verdreef alle Protestantsche predikers. Toen de Deensche koning Christiaan IV zijn geloofsgenooten in Duitschland te hulp wilde komen, werd deze door Tilly en Wallenstein verslagen en vaardigde Ferdinand het beruchte Restitutie-edict uit (1629), waarbij van de Protestanten geëischt werd teruggave van alle sinds het verdrag van Passau verkregen goederen en waarbij aan de Catholieke standen vrijheid verleend werd, om het Protestantisme uit te roeien.

III. Ferdinand III, zoon van Ferdinand II, opvolger als Duitsche keizer (1637—1657), was evenals zijn vader een hater van de Protestanten. Nadat Wallenstein vermoord was, werd hij opperbevelhebber van het keizerlijke leger. Onder zijn regeering kwam de Westfaalsche vrede tot stand (1648), nadat Gustaaf Adolf als redder van het Protestantisme in Duitschland opgetreden was. De Contra-Reformatie leed onder Ferdinand III de nederlaag.

< >