D. i. goudplaats, komt slechts op de moeilijke plaats (Deut. 1 : 1) voor, die even als het geheele boek een terugblik werpt op de reis der kinderen Israëls van Horeb tot Kades. Als het daar heet tusschen Paran en Thofel (Tafileh in het land der Edomieten), Laban Hazeroth en Dizahab, dan schijnen de twee eerste namen de uitgestrektheid van het Westen naar het Oosten, de drie laatste die van het Noorden naar het Zuiden, naar enkele geografisch of historisch uitstekende punten aantegeven.
Hiermede overeenkomstig houdt men Dizahab voor het tegenwoordige Dahab, een landtong aan den Elanietischen zeeboezem ongeveer op de breedte van den Sinaï, met voortreffelijke haven en dadelwouden. Von Raumer houdt de daar gevonden oude graven, welke de inwoners graven der Christenen noemen, voor de oude /asfgraven (Num. 11).
Het laat zich echter niet denken, dat het volk op deze plaats van vischvangst en voortreffelijk water om het gemis der Egyptische visschen gemord zou hebben.
